Het zinderende boek in drie delen gaat over een amour fou: de complexe (vecht)relatie tussen twee vrouwen, het zogenaamd kwetsbare meisje L. en de zogenaamd mannelijk-dominante ik-persoon ((X). Die voelt ‘een mengeling van erectie en bitterheid’. ‘Ik wil haar opeten.’ Het tweede deel gaat over het verwerken van de geheimzinnige dood van haar zus en haar opa, en de relatie van X met haar moeder. In deel drie is de liefde voorbij; het meisje gaat weg. De boektitel slaat op de tegenstelling tussen een liggend en beschikbaar meisje en een meisje dat aangekleed is, ongetemd en niet meer terugkomt. Een zeer zintuiglijk, erotisch geladen boek, waarin elke zin een diepere laag lijkt te hebben. Met dit debuut won de Franse auteur de De Sade prijs voor grensverleggende erotische literatuur. Kiki Coumans ontving mede met deze vertaling de Dr. Elly Jaffe Prijs, voor haar hele vertaaloeuvre.