Bij Maretak verschenen drie nieuwe schelpjesboeken. Boekjes die bestemd zijn voor kinderen die nèt kunnen lezen. In het eerste Jop is piraat trekt de kleine Jop erop uit met zijn boot. Als een echte piraat gaat hij op zoek naar een schat en die vindt hij nog ook. Een overtuigend verhaal dat aansluit bij de fantasie van heel wat jonge kinderen. In Wee wee wee punt muis punt en el draait alles rond Muis die op het Internet op zoek is naar een man, maar na een aantal mislukte pogingen met een nieuwe e-mail op zoek gaat naar een vrouw. Het leuke aan dit verhaaltje zijn de vele computer- en internettermen die geschreven worden zoals je ze hoort. Daarnaast mogen ook de illustraties er best zijn. Of jonge kinderen echter de plotselinge wending van Muis die niet langer op zoek is naar een man, maar wel naar een vrouw, ook echt zullen snappen, valt nog te bezien. Twee kusjes in een doosje is een leuke titel voor een al even vermakelijk boekje. De jonge lezer krijgt een aantal gedichtjes voorgeschoteld die niet alleen inhoudelijk, maar ook op vormelijk vlak best te genieten zijn. De gedichtjes zijn bewust kort gehouden en staan meestal op rijm. Doordat ze o.a. over ziek zijn en lekker eten gaan, over naar zee gaan en over dromen, zijn ze voor jonge kinderen heel herkenbaar. Soms valt een verrassend woordgebruik op. Wellicht bewust kinderlijk gehouden is de uitspraak "mijn opa gaat nooit kwijt". Leuk om te gebruiken als tussendoortje in de klas of om een ervaring of een gevoelen bij jonge kinderen bespreekbaar te maken... [Sofie De Jonckheere] Verberg tekst

Jop wil gaan varen met zijn bootje, maar moet eerst het lek repareren. De volgende dag, maakt hij, naar aanleiding van een droom, piratenspullen (vlag met doodskop, lapje voor zijn oog enz) om daarmee als een echte piraat in zijn bootje te varen. Ook neemt hij op zijn tocht naar het meer een loslopend hondje mee. Op een stukje land aan de waterkant ziet hij een tas van een meisje. Eigenlijk wil hij die stelen, maar hij durft het niet. Wat ontstemd meert hij aan bij een eilandje en doet zich tegoed aan het meegebrachte snoepgoed. Als het hondje begint te graven, ontdekt Jop een heuse schat. De vreugde is niet van lange duur, want een boze vader en politieman staan plotseling voor zijn neus. Maar eind goed al goed. De naïef realistische, vrolijke in waterverf en inkt uitgevoerde illustraties, lopen veelal door over beide pagina's of zijn opgesplitst in kleine segmenten rondom en tussen de tekst. De in groot lettertype uitgevoerde tekst is opgebouwd uit alle klinkers en medeklinkers, enkel- en dubbelklanken en meerlettergrepige woorden. Het verhaal heeft een goede spanningsopbouw en appelleert aan de kinderlijke fantasie. Een mooi uitgevoerd eerste leesboekje. Vanaf ca. 6 jaar. Verberg tekst