De tovervinger
×
De tovervinger De tovervinger
Het bezit van een tovervinger is wel heerlijk maar je moet toch goed nadenken voor je ermee zwaait. Anders kunnen er vreemde dingen gebeuren. Vanaf ca. 8 jaar.
Genre Humor
Sujet Magie
Titre De tovervinger
Auteur Roald Dahl
Dessinateur Quentin Blake
Traducteur Harriët Freezer
Langue Néerlandais, Anglais
Langue originale Anglais
Titre original The magic finger
Éditeur Utrecht: Uitgeverij De Fontein Jeugd, 2023 (Autres éditions)
62 p. : ill.
ISBN 9789026167348

Leeswelp

Roald Dahl schreef wel vaker over de jacht, in klassiekers als Daantje de wereldkampioen en De fantastische Meneer Vos. Maar De tovervinger, een verhaal uit 1966, drukt zijn afkeer het explicietst uit. De verontwaardiging uit zich humoristisch en fantasievol in een tovervinger die er zomaar is, zonder enige verklaring, en instinctief werkt. De vinger hoort toe aan een meisje van acht, en 'dat met die tovervinger kan ik mijn hele leven al'. Wanneer ze boos is, krijgt ze het overal heet, begint het topje van haar wijsvinger te prikken en flitst er een witte, magische straal uit haar vinger. Ditmaal zijn de Kreitjes, fervente jagers, het doel en later hoort het meisje wat hen overkomen is na de betovering. Na een bijzonder succesvolle jacht (zestien eenden gedood) werden ze hardnekkig achtervolgd door vier eenden die ze maar niet konden neerschieten. De volgende dag werden de Kreitjes wakker als minieme wezentjes met vleugels. Na de eerste ontzetting kregen ze wel schik in het vliegen en nesten bouwen, maar een regenachtige nacht en vier reusachtige, schietgrage eenden deden hen anders piepen. De eenden aanvaardden hun excuses en zagen af van de jacht. De Kreitjes vernietigden hun geweren en als eerbetoon aan hun nieuwe vrienden veranderden ze hun naam in Eitjes.

De tovervinger is een expliciet moralistisch verhaal, maar Dahl staat niet lang stil bij gevoelens van verontwaardiging, spijt of ellende. Het verhaal over de jagers die zelf prooi worden, raast voorbij. De plot is een vrij klassiek gegeven, maar Dahl legt zijn gebruikelijke accenten. Met een aanstekelijk plezier beschrijft hij de metamorfose van de Kreitjes, in details als de onheilspellende vier eenden, of de trots die vader Kreitjes put uit het bouwen van een nest. De wens van elke mens om als een vogel te kunnen vliegen wisselt voortdurend af met de angst die de Kreitjes plots als prooi voelen voor de reusachtige eenden. Terwijl Dahl de jacht duidelijk veroordeelt, schetst hij een genuanceerd beeld van de levenslustige Kreitjes. In zijn talrijke potloodschetsen ? een per pagina, en vaak een paginagrote illustratie ? evenaart Quentin Blake de fantasie, humor en snelle vertelstijl van Dahl. [Chris Bulcaen]

NBD Biblion

Redactie
De ik-figuur, een 8-jarig meisje, vindt het verschrikkelijk dat vader Kreitjes en zijn zoons op eendenjacht gaan. Als ze op een keer echter een jong hert geschoten hebben, wordt ze zó woedend dat ze de familie met haar tovervinger (die ze eigenlijk niet meer wil gebruiken) betovert. De Kreitjes krijgen vleugels en moeten een nest bouwen, omdat vier eenden met armen in hun huis zijn getrokken. Als die eenden de Kreitjes met hun eigen geweren bedreigen, tonen ze snel berouw. De betovering wordt verbroken en de Kreitjes zijn echte dierenvrienden geworden. Maar dan klinken elders weer geweerschoten... Vele mooie, sfeervolle zwartwitpentekeningen, soms paginagroot, die goed aansluiten bij de tekst. Eenvoudig woordgebruik, korte eenvoudige zinnen. Grote letter, ruime bladspiegel, stevig wit papier, stevig bindwerk, harde kaft. Spannend, soms humoristisch. Kort, beetje nonchalant geschreven fantasieverhaal. Vanaf ca. 8 jaar.

Pluizer

De tovervinger
Tanja Maes - 01 January 1970

Het buurmeisje van de Kreitjes vindt het verschrikkelijk dat vader Kreitjes en zijn zonen op eendenjacht gaan. Als ze op een dag ziet dat ze een jong hert geschoten hebben, wordt ze vreselijk boos. Ze merkt dat ze een bijzondere gave bezit. Als ze woedend wordt, krijgt ze een tovervinger. Daarmee kan ze mensen betoveren. Natuurlijk betovert ze de Kreitjes. Zij worden omgetoverd en krijgen vleugels. Ondertussen nemen vier eenden het huis van de Kreitjes over. De eenden overnachten in het huis en de Kreitjes moeten zelf een nest maken om de nacht door te komen. Het wordt een stormachtige en natte nacht. De volgende dag komen de eenden met geweren op de Kreitjes af, klaar voor de jacht. Al gauw hebben de Kreitjes spijt van hun jachtgewoontes en beloven ze dat ze nooit meer zullen jagen. Kort daarop worden ze weer gewone mensen. Om hun belofte na te komen slaan ze hun jachtgeweren kapot. Het buurmeisje kijkt tevreden toe, maar in de verte hoort ze weer geweerschoten. Het is de familie Kremer ... Dit verhaal, geschreven in de heerlijk nonchalante stijl van Roald Dahl, zit weer vol fantasie en humor. Ook draagt het een boodschap mee: jagen is niet leuk! Traditiegetrouw zijn de illustraties van Quentin Blake. Mooie, sfeervolle zwart-wit pentekeningen vullen het verhaal aan en geven er nog meer zwier aan. Het boek is mooi uitgegeven en is al aan de 27ste druk toe. Deze uitgave is een jubileumeditie (35 jaar De tovervinger). Tien procent van de auteursopbrengst van dit boek gaat naar liefdadigheidsinstellingen.